We demarreren maar meteen in de beschrijving van deze etappe: het is de koninginnenrit in deze Tour des Vosges! Een traject met niet minder dan 8 cols waaronder één van eerste categorie en als hoogtepunt de Ballon d’Alsace, hors catégorie, resulteert in een erg ‘nerveus’ ritprofiel.

Vrij snel na de start in Gérardmer worden de eerste twee cols die in mekaars verlengde liggen voor de wielen geschoven: de Col du Haut de la Côte (4de cat.) en de Col de Grosse Pierre (3de cat.). Dit duo zal nog eens de revue passeren in de finale..

Volgende tussenpunten zijn la Bresse en Cornimont. Daarna staat er met de Col du Ménil (4de cat.) een wel zeer ‘petit obstacle’ op het menu. In le Thillot neemt het peloton dezelfde ‘piste cyclable’ die ook onderdeel is van de étape de Remiremont. We rijden oostwaarts naar St.-Maurice-s-Moselle en zo komen we aan de voet van de crème de la crème in deze etappe: de Ballon d’Alsace (hors catégorie), ook wel gekend als Col du Ballon.

De afdaling langs de oostflank eindigt in Masevaux en daar volgt al snel de klim naar de Col du Hundsrück (2de cat.). Daarna gaat het noordwaarts tot Kruth en is er tijd om te recupereren. Met de Col d’Oderen (1ste cat.) moet er weer geklommen worden. Na de top is het afdalen, terug tot Cornimont.

Het laatste deel van de etappe is het eerste deel in tegengestelde richting. De tweede passage over de Col de Grosse Pierre (2de cat.) en de Col du Haut de la Côte (4de cat.) brengt het totale hoogteverschil van deze bergetappe op meer dan 2300 hoogtemeters - het equivalent van een heuse Alpen- of Pyreneeënrit..

Een iets lichtere versie wordt bekomen door op de top van de Ballon d'Alsace terug te keren langs dezelfde weg.

Gérardmer is vanzelfsprekend de enige echte ‘ville étape’ in deze ronde. De ‘Parel van de Vogezen’ kreeg dan ook terecht een eigen criterium volgens de regels van de kunst: een beperkte afstand, geen cols en ongeveer halfweg doortocht in het dorp. Ideaal voor een avondrit op een rustdag..

Het criterium start richting het buurdorp Xonrupt-Longemer met ook al een bijhorend meer. Daarna draaien we het Forêt de Gérardmer in en volgt een korte klim tot we kunnen genieten van enkele schitterende ‘points de vue’ over Gérardmer. De weg slingert verder langs en in het bos maar dan gaat het bergaf en het peloton passeert terug door het centrum van Gérardmer.

Vervolgens krijgen we een lange afdaling door de mooie Vallée de Granges, langs de rivier Vologne, richting Bruyères. In Granges-s-Vologne draaien we terug richting Gérardmer langs een golvend traject via Liézey. Onderweg wordt er toch voldoende hoogte gewonnen en wacht er weer een panoramazicht op Gérardmer, maar deze keer langs de overkant. Er rest dan enkel nog een scherpe afdaling naar de finish van het criterium. In Gérardmer, of waar dacht u?

Deze oerdegelijke bergrit trekt van bij de start de registers open met de beklimming van de Col de la Schlucht (1ste cat.). Het zal niet de laatste keer zijn dat het peloton op deze top passeert.. Dan volgt een knappe afdaling mét haarspeldbochten naar Munster. De vallei hier is niet zomaar ‘klein Zwitserland’ bijgenaamd.

Via kleinere wegen gaat het –nog steeds in licht dalende lijn- via Turckheim naar het keerpunt: Colmar, de 3de grootste stad van de Elzas en met een schilderachtig stadscentrum. Met terrasjes in overvloed en naar alle waarschijnlijkheid de zon. Want hier valt de minste neerslag van heel Frankrijk, dankzij het "Föhneffect"! Dit merkwaardig meteorologische verschijnsel ontstaat wanneer wind vochtige lucht aanvoert naar een bergketen. De lucht wordt aan de ene kant van de keten gedwongen te stijgen waardoor ze afkoelt, er bewolking ontstaat en er regen kan vallen. De stijgende lucht verliest zo veel vocht en wordt droger. Wanneer ze aan de andere kant van de keten naar beneden stroomt, warmt de lucht terug op. Op eenzelfde hoogte kan er dus tussen twee kanten van de bergketen een groot temperatuurverschil bestaan. 
Voor de tussenstop in Colmar zijn we letterlijk de Vogezen uitgereden, want Colmar ligt in de Rijnvallei langs de as Straatsburg – Basel. Mémoires aan de legendarische Zwarte Woudreis zijn niet veraf. Ook letterlijk, want we zijn amper 15 km verwijderd van het traject van de laatste etappe destijds (Col du Donon (!) – Britzingen) die dwars door het Rijndal de oversteek maakte tussen Vogezen en Schwarzwald… In vogelvlucht is het ook even ver tot de rivier zelf – en dus de Frans-Duitse grens.

De terugweg vandaag vanuit Colmar vertrekt via Ingersheim en dan volgt een helling naar een hoger gelegen punt dat vreemd genoeg geen erkenning als col kreeg: de uitzondering die de regel bevestigt, een fout op de Michelinkaart, of een ‘bien petit obstacle perdu’? In elk geval de moeite waard, want op weg naar les Trois-Epis wordt er getrakteerd op het ene na het andere adembenemende vergezicht. Een afdaling via Orbey en Lapoutroie brengt het peloton naar de oostflank van de Col du Bonhomme (1ste cat.). Boven op de top draaien we linksaf. We stijgen nog twee trapjes hoger naar de Col du Louchbach (4de cat.) en meteen in het verlengde daarvan de Col du Calvaire (3de cat). Met nu nog 30 km tot de meet is het meeste hoogteverschil van deze etappe reeds overbrugd. C’est bon pour le moral! Want de volgende 15 km lopen over de noordzijde van de fameuze Route des Crêtes. We passeren terug op top van de ondertussen welbekende Col de la Schlucht. De afdaling langs de flank die daarstraks werd beklommen brengt ons naar de streep in Gérardmer.

Deze onvervalste overgangsrit passeert in Remiremont, één van de grotere gemeenten in de regio met een centrumfunctie. Een modern stadje dat haar rijk historisch patrimonium en charme wist te bewaren en toch uitgerust is met de moderne voorzieningen voor het hedendaagse leven. ‘Ville fleurie’ Remiremont is gelegen aan de samenvloeiing van de Moezel en Moselotte en zeker een visite waard.

De etappe neemt een pittige start via de zuidkant van het Lac de Gérardmer, meteen naar de Col de Sapois (3de cat.). Een rustige en mooie afdaling brengt ons naar Vagney. Daar nemen we… de plaatselijke ‘route’ tot in Remiremont. Een oude spoorlijn die omgeturnd werd tot ‘piste cyclable’. Kilometers vlak in de Vogezen: het kán! In Remiremont is éénderde van de rit gereden.

Na de tussenstop gaan we door op het élan. We volgen de bedding van de Moezel stroomafwaarts, direction Epinal. Halfweg passeren we in Eloyes en in Jarménil draaien we weg van de bekende rivier, die alweer mémoires oproept aan de Zwarte Woudreis en die legendarische avond op het fameuze terras in Perl... "Allo allo?!"

Na de doortocht in Cheniménil en Docelles staat het kompas terug op Gérardmer ingesteld. Onderweg rijden we langs de "Petite et Grande Cascades de Tendon" en stoten we nog op een ‘bien petit obstacle’: de Col de Bonne Fontaine (4de cat.). De afdaling naar le Tholy is niet wijd maar plezant. Van daar is het nog een tiental kilometer tot Gérardmer. Attention: in tegenstelling tot de andere lijkt deze etappe een aankomst bergop in petto te hebben. Toch wel verrassend voor een overgangsrit.. Een valse indruk? Of vals plat?

Deze overgangsrit brengt het peloton naar St.-Dié, hoofdplaats van het gelijknamige arrondissement waartoe ook Gérardmer behoort. Een stad eens stukgemaakt door oorlogsgeweld maar herrezen en met een nieuwe dynamiek. Vandaag is het de economische motor van het Vogezenmassief. Het centrum wordt opgefleurd met bloemen en fonteinen, tussen de combinatie van gevrijwaarde historische gebouwen (o.m. kathedraal uit de 12de eeuw en de fabriek van Le Corbusier) en moderne architectuur (o.m. de Vrijheidstoren als uithangbord van industriële innovatie). St.-Dié is ook later dit jaar voor de 18de maal gaststad voor het ‘Internationaal Festival van de Geografie’. In 1507 werd hier voor eerst het nieuw ontdekte continent Amerika op een kaart vermeld..

De étape de St.-Dié start quasi meteen met de beklimming van de Col de Martimpré (4de cat.): een ‘bien petit obstacle’ par excellence! Want over de 5km tussen de start in Gérardmer en de top moet er slechts een 140-tal hoogtemeters overwonnen worden en dan staat deze col op het palmares. Verder gaat het via Gerbépal naar de Col de Plafond (4de cat.). In tegenstelling tot de indrukwekkende naam doet vermoeden, is dit niet het dak van de Tour des Vosges... Meer nog: het is afdalen om op de top te geraken… Quel mystère! Via Corcieux loopt het traject verder langs de ‘Colline des Rouges-Eaux’ en vervolgens draaien we de verbindingsweg tussen Epinal en St.-Dié op. Daar wacht de Col du Haut-Jacques (3de cat.) en de afdaling brengt het peloton in St.-Dié, de bestemming van deze etappe net over halfweg. 
Via Marguerite en Ban-de-Laveline gaat het terug zuidwaarts. Via de Col de Mandray (4de cat.) komen we in Fraize. Via de mooie vallei van de ‘Petite Meurthe’ rijden we naar het laatste obstakel van de dag: de Col de Surceneux (4de cat.), waarvan de top op 8 km van de streep ligt.