Etappe 4 voert door het meest onherbergzame deel van die Schweiz. Welbekende plaatsen als Davos en Sankt-Moritz zijn niet ver uit de buurt. Ontelbare bergtoppen proberen elkaar voorbij te steken in hoogte met toppers als de Corvatsch (3451m) en de Bernina (4049m). Die laatste doet weer een koebelletje rinkelen: de gelijknamige pas lag op het parcours van de laatste rit van het Stelvio-avontuur…

Vanuit Chur volgen we nog even de Rijn westwaarts maar al snel draaien we pal richting zuiden. We fietsen regelmatig op de adembenemende Gräubünden route.

In Thusis na ca. 25 km zijn we op het min of meer officiële beginpunt van de noordkant van de col met de ronkende naam: de Passo del San Bernardino (2065m). We moeten van hieruit nog ruim 1400 meter hoogteverschil overwinnen maar dit over 45 km. Het profiel van deze berg laat zien dat de klim inderdaad heel geleidelijk aan gaat en nooit overdreven steil wordt. Drie stukken (waaronder de laatste 7km) met percentages tussen 5 en 7% worden afgewisseld met lange stukken ‘vals plat’.

Op de top van de Bernardino wachten nog ruim 70 kms bergaf tot de finish in Locarno aan het prachtige Lago Maggiore. Na een zinderende afdaling over 25 km zijn we al 1500m gezakt. De zuidkant van de Bernardino staat in de top-10 van Zwitserse cols met het grootste hoogteverschil, en in de top-16 van Europa qua lengte.

Opvallend: na de passage over de top eindigen alle plaatsnamen op een klinker. Geen toeval: we zijn in het Italiaanstalige deel van Zwitserland, in het kanton Ticino! Aan het meer van Locarno zijn we op het meest zuidelijke punt van de Tour de Suissepapkes aanbeland, ook het laagstgelegen punt (200m) en misschien wel het warmste en ‘zuiderse’ punt ook. Reden temeer om hier een extra dagje te blijven…

 

Lees meer...

De vijfde etappe kan de meest uitdagende rit worden genoemd! Met twee cols op het programma – de Lukmanierpass (1908m) en de Oberalppass (2044m) – moeten er in totaal 2800 hoogtemeters overbrugd worden. Zowaar een duivels ritprofiel… We starten met het laatste deel van de vierde rit in tegengestelde richting tot Bellinzona. In Biasca hebben we ruim 40 km op de teller, maar dan pas begint het klimwerk over nog eens 40 km. Maar de aanloop is geleidelijk. Na Acquarossa, op 28 km van de top volgen de eerste vier steilere kilometers. Na Olivione op 18 km van de top is het bergop tot boven om nog 1000 meter te stijgen.. De zuidkant van deze col bezet plaats 25 in het ranglijstje van Zwitserse cols met grootste hoogteverschil en plaats 12 bij de langste cols van la Suisse. Het blijft een mysterie waarom de officiële top van de Lukmanierpass… niet op het hoogste punt ligt: we klimmen na de top nog iets hoger naar 1955 meter!

De afdaling over 20 km brengt ons naar Disentis dat nog op ruim 1100 meter is gelegen en in vogelvlucht een 15 km pal onder de top van de eerder beklommen Klausenpass ligt. We zijn plots ook weer het Duitstalige deel van Zwitserland ingereden.

Vanuit Disentis wacht de klim van de Oberalppass: 21 km klimmen om ca. 900 hoogtemeters te overbruggen. Ook hier zegt het gemiddelde stijgingspercentage weinig: de eerste 9 kms lopen op tot max. 4%, dan volgen 4 vlakke kms rond Sedrun. De laatste 10 kms geven dan weer het echte klimgewoel. De Oberalp bewaart het beste voor het laatste: de slotkilometer is met 9% gemiddeld de steilste. Het lijkt onmogelijk, maar de Zwitsers laten ook hierboven nog treintjes rijden…  Vanaf dan rest er nog een 17 km lange indrukwekkende afdaling via Andermatt tot Göschenen, onze vijfde tussenstop, nabij de ingang van de gekende Gotthardtunnel, één van de vele huzarenstukjes van de Zwitserse wegenbouw.

 

Lees meer...

De slotrit van onze Swisstoer is de kortste van allemaal en volgt verder de Rhône tot in Massongex waar we een 20-tal kilometer op de teller hebben. Even verderop ligt Aigle, waar de internationale wielerunie haar hoofdzetel heeft. Daar rijden we niet naartoe, want zoals algemeen bekend worden de Sjepapkes nog steeds ‘gezocht’ door de UCI…

We draaien opnieuw westwaarts en daar wacht nog een laatste inspanning bergop met de Pas de Morgins (1369m) op de grens tussen Zwitserland en Frankrijk. Via Châtel, Abondance en Reyvroz in het Franse departement Haute-Savoie dalen we weer af richting Thonon-les-Bains aan het Meer van Genève. Wat rest zijn nog een 40-tal quasi vlakke kilometers langs het meer tot in het centrum van de stad Genève, tot aan het laatste hotel met de toepasselijke naam ‘Terminus’ in de Rue des Alpes... Genève, waar de laatste streep is getrokken en waar het allemaal begon: de cirkel is rond, de Tour de Suissepapkes gereden!

 

 

Lees meer...

In deze etappe zijn de eerste 25 km meteen de zwaarste. We stijgen terug tot in Andermatt maar daar draaien we naar het westen voor de klim naar het allerhoogste punt van deze Tour de Suissepapkes: de top van de Furkapass op 2431 meter! De Furka behoort dan ook tot de toppers in zowat alle ranglijstjes: de 4de hoogste pas van Zwitserland (na Umbrail, Nunfenen en grote St. Bernard), de oost-kant is de nr. 10 in lengte en de nr. 4 qua hoogteverschil. Vanuit Andermatt volgt eerst nog een 8-tal bijna vlakke kilometers. Dan gaan alle registers open met 12 kilometer klimmen aan gemiddeld 8%. De imposante Furka vormt nog een opmerkelijke grens: de waterscheiding tussen Middellandse zee en Noordzee!

Vanop de top van de Furka volgt een iets minder steile afdaling van 10 km tot Gletsch met een grandioos panoramazicht op de Rhônegletscher. Het parcours is verder afdalen, maar hier kan wie dat wil met een extra effort van 6 km klimmen (+430 hoogtemeters) tot op de top van een ander juweeltje fietsen: de Grimselpass (2165m), misschien wel één van de allermooiste en ruwste passen in de Alpen.

De rest van deze rit is een onvoorstelbare afdaling. In de officiële ranglijstjes is de westkant van de Furka een kleine 60 km lang en daarmee de nummer 3 van Europa’s langste cols en de nummer 2 van Zwitserland. Maar de Sjepapkes rijden nog verder tot stopplaats Fully in de Rhônevallei. Dat betekent in totaal 2000 meter zakken en dit over een lengte van 150 (!) kilometer afdaling! Dit wordt zonder twijfel een ijzingwekkend absoluut record in de clubgeschiedenis… De eerste 16 km vanaf de Furka is de afdaling het steilst met al 1000 meter verval. Dan volgt een langgerekt traject langs de Rhône rivier met passages onder meer in Brig, Sierre en Sion. Onderweg zien we in het dal ook wegwijzers staan naar bekende (ski-)oorden zoals Saas-Fee, Zermatt, Leukerbad en Crans-Montana. Ondertussen rijden we meer en meer het tweetalige kanton Wallis / Valais in, waar naast Schwytzerdütsch ook en vooral Frans wordt gesproken…

 

Lees meer...

Welke plaatsen ontvangen de Sjepappi di Svizzera als start- en/of aankomstplaats?

GENÈVE

FRIBOURG

WEGGIS

CHUR

LOCARNO

GÖSSCHENEN

FULLY

GENÈVE